Interview met Rob Kroon – Docent Engels Deltion College

Scholen acteren in een veranderende omgeving, bijvoorbeeld door wetgeving, maatschappelijke ontwikkelingen en … de verandering van tijd, zoals Jan Rotmans dat noemt. Kernvraag blijft: voor wie en waartoe leiden we op? Of zoals schrijver Yuval Noah Harari zegt: “We weten niet meer voor welke beroepen we jongeren/mensen opleiden.” De digitalisering gaat zo snel dat er beroepen verdwijnen en beroepen bijkomen. PMO is zich bewust van deze veranderingen en gaat graag met scholen in gesprek over de impact hiervan op het onderwijs. Deze kennis deelt zij met het werkveld. Op deze manier bouwen we een netwerk van mensen die naast kundigheid ook inspiratie willen opdoen om toekomstgericht onderwijs vorm te geven. De jongere om wie het gaat, is Emma; voor haar doen we het allemaal. Emma stellen we ons voor als een meisje op uw school. Ze kan 15 jaar zijn, of 18, of 20 jaar. Emma is het uitgangspunt. Welke impact hebben bovenstaande ontwikkelingen op haar én wat betekent dat voor de school?
PMO voerde in 2020 een aantal gesprekken met stakeholders van onderwijsinstellingen en met interimmanagers over het thema: ‘Op zoek naar Emma’. Henny Harkema interviewt Rob Kroon.

Baanbrekers bij het Deltion College, vernieuwing van onderop

In dit interview is veel aandacht voor de onderwijsvernieuwing van onderop. Ik heb een gesprek met docent Rob Kroon van het Deltion College. Hij neemt ons mee in zijn rol van Baanbreker, een groep docenten die zich buigt over het onderwijs in 2032. Er passeren veel onderwerpen de revue zoals werkplekleren, didactisch coachen, samenwerken met bedrijven en natuurlijk corona. Waarom zoveel aandacht voor vernieuwing en welk effect heeft dat op andere docenten en op de studenten?

Rob KroonRob Kroon

Rob Kroon werkt sinds een jaar of acht bij het Deltion College, in de sector Sport, Opvoeding en Maatschappij (SOM) in Zwolle. Rob houdt van ontwikkelen. De ontwikkelingen in de maatschappij en het onderwijs zoals Jan Rotmans en Yuval Noah Harari die beschrijven, ondervindt Rob in de dagelijkse praktijk. De coronacrisis versnelt deze processen. Daarom is hij op zoek naar andere vormen van lesgeven, die beter bij de huidige tijd aansluiten. Zijn opleidingsmanager heeft begrepen dat hij meer wil dan alleen doceren. Ooit begonnen als docent Engels is Rob nu actief in de vernieuwing van het mbo-onderwijs. Daarnaast geeft hij nog steeds Engels maar nu als keuzedeel en in diezelfde setting geeft hij ook Ondernemend gedrag aan studenten op niveau twee.

Baanbrekers

Wat heeft het mbo-onderwijs nodig in de razendsnel veranderende wereld? De ervaring leert dat grote (onderwijs)instellingen te log zijn om snel op veranderingen in te spelen. Vanuit die gedachte is het Deltion College dit jaar gestart met vier ‘Baanbrekers’. Rob Kroon is één van hen. Deze vier docenten gaan komend jaar aan de slag om scenario’s te ontwikkelen passend bij het mbo-onderwijs in het jaar 2032. Elk half jaar zal een paar baanbrekers aan deze groep worden toegevoegd. Elke Baanbreker heeft een dagdeel per week tot zijn/haar beschikking. De Baanbrekers krijgen dus alle ruimte om buiten de (school)kaders te experimenteren. Zij mogen zonder grenzen nadenken over onderwijsvernieuwing. Natuurlijk gaat het dan ook over de invloed van informatietechnologie op het mbo-onderwijs. De Baanbrekers nemen hier het voortouw in en worden getraind om scenario’s te maken. Als deze klaar zijn, zullen ze als experiment worden uitgeprobeerd in de school. Om de lijn met het College van Bestuur kort te houden is een procesbegeleider verbonden aan de Baanbrekers. Dat is niet alleen handig maar geeft de Baanbrekers ook een stevige positie binnen de school.

Docent zijn in 2032, didactisch coachen en het lef om te falen

Hoe ziet het docentschap eruit in 2032 (of eerder)? Op dit moment bestaat doceren nog veel uit kennisoverdracht, terwijl deze kennis steeds sneller veroudert, niet aansluit bij de vraag van bedrijven én er door de informatietechnologie veel nieuwe mogelijkheden zijn om kennis over te dragen. Bij dat laatste kun je denken aan werkplekleren of blended learning. Rob ziet de rol van de docent dan ook veranderen in een ‘didactische coach’. De kennisoverdracht komt pas in beeld als de student een kennisvraag heeft. Het coachen van de student, zodat hij voldoende bagage heeft voor de arbeidsmarkt, werd in een eerder interview ook al genoemd door Ton Wennink van Onderwijsgroep Noord. Rob heeft met zijn functie als didactische coach een heel mooie rol. Het betekent ook dat je oude werkwijzen moet loslaten en gaat zoeken naar nieuwe patronen. Dat is niet voor elke collega een makkelijk proces, maar voor de toekomst wel onvermijdelijk. Juist in het didactisch coachen zit de kracht van het docentschap. Als docent denk je dat iedereen wel snapt wat je doet, maar dat is niet zo. Een docent is didactisch geschoold en kan vandaaruit een les samenstellen. Dat is een vak! Wie dat niet beheerst, krijgt kennis en vaardigheden niet overgedragen aan de student.

Het coachen voelt niet voor elke docent comfortabel. Het gaat immers niet meer alleen om kennisoverdracht waarin je als docent ‘het weet’, maar ook om vragen stellen aan de student om hem/haar verder te helpen in het leerproces en het ontwikkelen van 21e-eeuwse vaardigheden. Juist bedrijven vragen om deze vaardigheden, zie ook het interview met Henk de Vries en Rob Beekmans van ROC Friese Poort. Je hoeft dus niet meer alles te weten, kennis kun je immers opzoeken. Als je onderwijs wilt vernieuwen, is het belangrijk om ruimte te creëren voor het maken van fouten omdat je juist daarvan leert. Jammer genoeg heerst er binnen veel onderwijsinstellingen en bij docenten de opvatting dat je gestraft wordt als je fouten maakt. Dit ondermijnt de ontwikkeling van een open leerhouding bij studenten én docenten. Van bovenaf wordt dus gestimuleerd om te experimenteren, maar van onderaf heerst toch te veel angst om te falen. Er is dus lef nodig, zowel van bestuurders als managers als docenten!

Voor de Baanbrekers van het Deltion College ligt hier een grote opgave. De 21e-eeuwse vaardigheden staan bijvoorbeeld wel beschreven in stukken en er wordt over gesproken, maar in de uitvoering kan nog wel een slag worden gemaakt. Zo is Rob met het team op zoek gegaan naar een actief portfolio waarin de 21e-eeuwse vaardigheden zijn opgenomen. Die werd weliswaar gevonden, maar het heeft een half jaar geduurd voordat daar uitvoering aan mocht worden gegeven. De gangbare vorm viert dus nog de boventoon omdat vernieuwing niet in het schoolsysteem zit. Rob ziet veel kansen in de vernieuwing van het onderwijs en draagt daar graag aan bij vanuit zijn rol als Baanbreker.

Hebben de Baanbrekers ook de bevoegdheid om docenten bij de experimenten te betrekken? Die hebben ze, maar docenten beschikken nog niet over de faciliteiten. Wel communiceren de Baanbrekers actief over hun activiteiten binnen de organisatie. De coronacrisis gooit roet in het eten, omdat collega-docenten hier ook druk mee zijn. Overigens helpt corona natuurlijk ook om veel docenten te activeren digitaal te werken. Juist nu wordt geleerd op welke wijze je de digitale wereld in kunt zetten voor het leerproces van de studenten.

Werkplek leren en het waarom van onderwijs

Vanaf januari start Rob, samen met een collega, een BBL-opleiding volledig ingericht op werkplekleren. Bij werkplekleren vormt de werksituatie het vertrekpunt en is het leren erop gericht om de werksituatie te verbeteren met bijdrage van de medewerker. Het gaat om betekenisvol van en met elkaar leren en presteren in de dagelijkse praktijk. De lerende is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces en werksituaties worden omgezet naar leersituaties. Leren en ontwikkelen worden bij werkplekleren geïntegreerd met werken. Een medewerker kan van bijna elke werksituatie leren door daarop te reflecteren, wat gefaciliteerd kan worden door leertechnologie. Deltion College kiest voor de ontwikkeling van werkplekleren omdat de wereld om ons heen in hoog tempo verandert. Kennis van medewerkers veroudert snel, behoeften van klanten/cliënten veranderen, concurrentie neemt toe, wetgeving stelt hogere eisen, levensduur van producten en diensten wordt korter en technologie doet leren en werken veranderen. De snelle en ingrijpende veranderingen maken het moeilijker een toekomstbestendige strategie te bepalen.

Tijdens een door Deltion georganiseerde inspiratiesessie werd door Erik Vermeulen van de Universiteit van Tilburg gesproken over het Learning Ecosystem; het samenspel van mensen, content, technologie en leercultuur. Erik sprak over de ‘status quo van verandering’. Je bent dus steeds aan het veranderen en zult hier een eigen balans in moeten vinden. Dit stelt vragen aan het huidige onderwijs. De Baanbrekers stellen zichzelf de vraag: ‘Wat is het bestaansrecht van het onderwijs?’ Nu is het gericht op de kwalificaties, op diploma’s, wat niet meer aansluit bij de huidige praktijk en de vraag van bedrijven. Bijvoorbeeld bij de sector Zorg krijgen studenten nu les in kinder-, ouder- en gehandicaptenzorg, terwijl zij vaak maar in één vakgebied terecht komen. Hoe ga je hiermee om? Een behoorlijk aantal docenten ziet dit wel, maar weet niet goed hoe je het anders in zou kunnen richten. Sommige docenten geloven er niet in en houden vast aan de oude manier van lesgeven. Op welke manier kun je collega-docenten die dit lastig vinden hierbij ondersteunen? Belangrijk is om docenten te laten zien hoe blended learning (leren op zowel de werkplek – ook digitaal – als op school) werkt. Dat valt niet altijd mee, omdat docenten druk zijn of digitaal niet allemaal zo vaardig zijn. Hier zul je als school in moeten faciliteren. Het eerdergenoemde didactisch coachen is hierbij ondersteunend.

Opnieuw de relatie tussen onderwijs en bedrijven

Het werkplekleren zorgt voor een intensievere samenwerking met bedrijven. Ook dit is onderdeel van de vernieuwing van het mbo-onderwijs. Bedrijven willen studenten sneller op de werkplek, zij hebben mensen nodig en willen mensen on the job opleiden. Werkplekleren sluit hier mooi bij aan. Binnen het onderwijs ontstaat dan direct de aloude discussie of leerlingen op die manier niet te eng opgeleid worden. Volgens Rob geef je studenten daarmee juist ook de instrumenten om zich een leven lang te blijven ontwikkelen. Hierdoor wordt het onderwijs meer toegepast en flexibeler en er wordt van studenten ook flexibiliteit verwacht. Tegelijk ervaren studenten wat bedrijven van hen verwachten.

Een mooi voorbeeld van samenwerken met bedrijven is een gastouderbureau dat contact opneemt met de opleiding en graag meedenkt over een opleiding op maat. De afdeling Deltion Business is hier ook bij betrokken. Bij deze afdeling komen vele vragen van bedrijven binnen. Er is een duidelijke belangstelling van bedrijven om met Deltion een opleiding vorm te geven. Op de vraag aan Rob hoe zich dit verhoudt tot de commerciële aanbieders is hij duidelijk: ‘Als het reguliere onderwijs dit stuk niet oppakt zal het commerciële onderwijs dit overnemen.’

Student zijn in 2021

Wat gaat deze ontwikkeling betekenen voor de studenten? Voor hen betekent het dat ze verantwoordelijk worden voor hun eigen leerproces. Studenten worden niet volwassen als je ze telkens aan het handje neemt. Ons gesprek verplaatst zich naar de rol van het onderwijs als studenten zorg nodig hebben. Hierover bestaat geen eenduidige mening binnen het Deltion College. Rob is van mening dat zorg meer bij maatschappelijk werk thuishoort. Wanneer een student, bijvoorbeeld door problemen, nog niet klaar is om aan het onderwijs deel te nemen, zal er eerst iets anders moeten gebeuren, voordat hij/zij aan een opleiding begint.

Zit hierin ook nog verschil tussen de studenten van de verschillende onderwijsniveaus? Rob erkent dat niveau één en twee over het algemeen meer gebaat zijn bij structuur en fysiek onderwijs, maar dit is geen wet van Meden en Perzen. En … misschien moeten we niet meer in niveaus denken omdat dit hoger en lager aangeeft, terwijl het gaat om de talenten van de student. Belangrijk is dat studenten beseffen dat het ontwikkelen van een houding van een leven lang ontwikkelen steeds belangrijker wordt. Het onderwijs gaat hoe dan ook veranderen, onvermijdelijk!!!

Henny Harkema

Over Henny Harkema

Henny is partner Onderwijs bij Pool Management & Organisatie. Voor vragen of opmerkingen kunt u altijd contact opnemen met Henny via 0546 – 568 015.

Eerdere interviews met Ton Wennink (Bestuurder bij Onderwijsgroep Noord), Aimée Roumans (voorheen Manager HRM Alfa College), Folkert Potze (Directeur Techniek ROC Nijmegen) en Henk de Vries en Rob Beekmans van ROC Friese Poort vindt u hier.