Tips & tools bij zelforganisatie

Boek Een bestuurder moet vooral niet sturen - Leiderschap bij zelfsturing - Klaas Pool

Het stappenplan en de genoemde tools op deze pagina maken onderdeel uit van de door Klaas Pool geschreven handreiking “Een bestuurder moet vooral niet sturen” Leiderschap bij zelforganisatie.
Koop het boek >>

Organisatiescan

Aan de hand van het door ons ontwikkelde Pool Performance Wiel krijgt u inzicht in de onderscheiden aspecten binnen uw organisatie. Klik hier om naar de organisatiescan te gaan. 

Inventarisatie zelforganisatie

De inventarisatie zelforganisatie geeft u een beeld over uw organisatie in relatie tot zelforganisatie op de onderdelen: doelstelling, randvoorwaarden, cultuurkenmerken etc. Ga naar de inventarisatie zelforganisatie.

Organisatiecultuur

De organisatiecultuur is een belangrijk aspect binnen iedere organisatie. Door middel van de OCAI-test (Organizational Culture Assessment Instrument) kan het cultuurprofiel van uw organisatie in beeld worden gebracht. Ga naar de OCAI-test.

Tools persoonlijk leiderschap

Een bruikbare tool om je als leidinggevende zelf tegen het licht te houden in relatie tot jouw omgeving is het zogenaamde Business Model You. De zogenaamde DISC-test gaat in op de gedragen stijlen en de Mentality-waardentest geeft aan welk waardenprofiel het beste bij je aansluit. Verder is het Talent- en Succesprogramma beschikbaar waarbinnen scans op persoontype en competenties in combinatie met ontwikkelprogramma’s worden aangereikt.

Randvoorwaarden en valkuilen

Naast de principes voor het werken met zelforganiserende teams, zijn aan de implementatie van zelforganisatie ook randvoorwaarden verbonden. Er gaat ook nogal eens wat mis bij de invoering van zelforganisatie.

Klik hier voor een overzicht met randvoorwaarden en valkuilen bij implementatie van zelforganisatie.

Stappenplan bij zelforganisatie

De invoering van zelforganisatie komt, als het goed is, niet uit de lucht vallen. Er is goed over nagedacht hoe een vorm van zelforganisatie kan helpen om de organisatiedoelen nog beter te bereiken en hoe hiermee de toegevoegde waarde voor de ‘klant’ kan worden versterkt. Vanuit die gezamenlijk gedragen overtuiging wordt de eerste stap gezet. Hoe die eerste stap eruitziet, heeft alles te maken met de organisatie zelf, haar mensen met hun vaardigheden en talenten en met de cultuur binnen de organisatie.

Stap 1: Nulmeting

Om te weten waar de organisatie staat met betrekking tot zelforganisatie is het van belang om een goede 0-meting uit te voeren. In deze 0-meting komen onder meer de volgende vragen aan de orde:

  • Is de invoering van zelforganisatie breed gedragen binnen de gehele organisatie? Is er sprake van een gezamenlijk gedragen visie over (de mate van) zelforganisatie tussen de bestuurder, de afdelingen en disciplines?
  • Wat is de aanleiding om zelforganisatie in te voeren, zowel vanuit de optiek van de bestuurder als vanuit de optiek van de andere leidinggevenden en de medewerkers?
  • In hoeverre beschikt de organisatie en beschikken de teams over de randvoorwaarden behorend bij zelforganisatie?
  • Welke cultuur en subculturen heersen er binnen de organisatie? Past dit bij zelforganisatie?
  • Wordt de bestuurder gezien als boegbeeld van de organisatie, door zichzelf, door de leidinggevenden en door de medewerkers?
  • Beschikt de bestuurder over de leiderschapsstijlen en -competenties passend bij zelforganisatie?

Om de randvoorwaarden te toetsen kan een organisatiescan worden uitgevoerd aan de hand van het zogenaamde Pool Performance Wiel. Aan de hand van een vragenlijst komen elementen aan de orde als sturing (strategie & beleid en stuurinformatie), realisatie (mensen & middelen ten opzichte van klant & markt) en borging (structuur en cultuur). Ook zijn er tools beschikbaar specifiek voor de inventarisatie van zelforganisatie (doelstelling, randvoorwaarden, fase zelfsturing, cultuurkenmerken, leiderschap, invloed/rol bestuurder).

Stap 2: Plan van aanpak

De overgang van een meer traditionele structuur naar zelforganisatie is een verandering die vraagt om een doordacht veranderkundig proces, met helder gedefinieerde tussentijdse resultaten, zodat continue beoordeling en bijsturing kunnen plaatsvinden (Rossum et al., 2017). Belangrijk is dat alle lagen binnen de organisatie meegenomen worden in het veranderproces, alsmede de samenhang tussen deze lagen.

  • Doordacht veranderkundig proces
  • Helder gedefinieerde tussentijdse resultaten
  • Alle organisatielagen en de samenhang daartussen meenemen

Het is goed om bij het opstellen van het plan van aanpak zich te realiseren dat een verandering richting zelforganisatie meerdere niveaus van de organisatie raken. Tussen de onderscheiden organisatieniveaus kan er sprake zijn van tegengestelde belangen, die effect kunnen hebben op de invoering van zelforganisatie. Hoe de verandering wordt ‘aangevlogen’ is sterk afhankelijk van de organisatie en de situatie. Bij de keuze voor een veranderstrategie dient rekening te worden gehouden met onder meer de veranderattitude van de medewerkers, het veranderklimaat, de organisatiecultuur en de stijl van leidinggeven.

In het plan van aanpak zal ook aandacht geschonken dienen te worden aan de intensiteit van zelforganisatie die wordt beoogd. Er zijn grofweg vier fasen van zelforganisatie te onderscheiden, ieder met zijn eigen kenmerken bij de dimensies professionaliteit, organiserend vermogen, samenwerken en resultaatgericht werken. Niet iedere organisatie heeft baat bij volledige zelforganisatie, of andersom: fase vier is niet overal haalbaar, maar dat mag ook nooit het doel zijn. De vraag is altijd: wat past het beste bij de organisatie?

Verder is het van belang om goed af te stemmen wie er betrokken moeten worden bij de implementatie van zelforganisatie, welke rol voor eenieder is weggelegd en hoe gedurende de implementatie wordt gemonitord hoe het proces verloopt.

Stap 3: De implementatie

De werkelijke implementatie van zelforganisatie is een geleidelijk proces. Het is een illusie om te denken dat zo een knop kan worden omgezet waarmee een organisatie van de ene op de andere dag overgaat naar zelforganisatie. Het invoeren van zelforganisatie is een proces van vallen en opstaan.

Het is belangrijk om gedurende het gehele traject regelmatig te monitoren hoe het proces verloopt, of de beoogde resultaten worden behaald en of er bijsturing nodig is. Daarbij is een duidelijke fasering met concrete mijlpalen essentieel. De geschetste fasenindeling kan ondersteunend zijn bij het vaststellen van de processtappen.

Onder verwijzing naar de fasenindeling zal blijken dat iedere stap binnen zelforganisatie alle onderdelen van de organisatie raakt. Men kan als bestuurder of management niet volstaan met toe te kijken hoe de teams zich ontwikkelen. De implementatie van zelforganisatie vereist ook stappen van bestuurder zelf.

Zelforganisatie heeft ook een belangrijke invloed op de ondersteunende diensten. In de ‘oude’ situatie waren de ondersteunende diensten vaak de vragende partij vormden als het ging over het aanleveren van informatie over ingezette uren, begrotingsgegevens etc.. Bij zelforganisatie zal het team meer en meer de vragende partij worden als het gaat om stuurinformatie.

Stap 4: De borging

Een verandering zonder borging kan snel leiden tot het vervallen in oude gewoonten. Daarom is het zaak om, zodra er een mijlpaal bereikt is, zorg te dragen voor borging. Dat borgen kan op verscheidene manieren vorm worden gegeven, onder meer door het vastleggen in een procesbeschrijving, het presenteren van het bereikte resultaat door de direct betrokkenen, het ‘vieren’ van het moment, of een combinatie van deze vormen. Hoe dan ook, belangrijk is het om met regelmaat aandacht aan te schenken aan de gezette stappen, de gemaakte afspraken en duidelijk te maken hoe de veranderstap deel uitmaakt van het grote geheel. Sturen, realiseren en borgen zijn onderdelen van een proces waarlangs de beoogde verandering, zowel op hoofdlijnen als op onderdelen, plaatsvindt.

Daarbij is het goed te beseffen dat organisatieontwikkeling een continuüm is. Daar waar de omgevingsfactoren veranderen is het zaak om na te gaan wat dat betekent voor de organisatie en de mensen.

Randvoorwaarden en valkuilen bij zelforganisatie

Randvoorwaarden implementatie zelforganisatie

Naast de principes voor het werken met zelforganiserende teams, zijn aan de implementatie van zelforganisatie ook randvoorwaarden verbonden. De volgende activiteiten kunnen hierbij worden genoemd:

  • Het betrekken van belangrijke externe belanghebbenden bij het veranderprogramma, zoals het topmanagement, de vakbonden, de ondernemingsraad, klanten en leveranciers
  • Het creëren van ruimte om het proces te realiseren, zoals budgettaire ruimte en speelruimte in de tijd
  • Het vergroten van de overtuiging en daadkracht van het management en van de overige leidinggevenden, om daarmee het veranderingsvermogen te versterken
  • Het deblokkeren van de barrières, waarbij gedacht kan worden aan het tegenwerken of niet meewerken van leiding en hulp- en stafdiensten of aan procedures die veranderingen in de weg staan
  • Het voortdurend op de hoogte houden van alle betrokkenen gedurende het proces over de behaalde resultaten, wijzigingen in de planning, bijstelling van doelstellingen etc.

 

Valkuilen bij zelforganisatie

Er gaat ook nogal eens wat mis bij de invoering van zelforganisatie. Uit de praktijk komen onder meer de volgende valkuilen naar voren:

  • Gebrek aan heldere visie over het waarom van de verandering
  • Te gemakkelijk (zonder gedegen voorbereiding) van start gaan
  • Kostenoverwegingen laten prevaleren; het komt voor dat organisaties met zelforganisatie starten door er direct een managementlaag uit de halen, zonder eerst goed nagedacht te hebben over de onderscheiden functies en rollen die nodig zijn in de nieuwe setting
  • Zelforganiserende teams invoeren
    • zonder iets te wijzigen aan de managementstructuur
    • zonder dat teams verantwoordelijk worden gemaakt voor de teamresultaten
    • zonder dat teams de beschikking krijgen over relevante stuurinformatie
  • Teveel haast en onvoldoende faseren van het traject; te vroeg beginnen (zonder dat voldaan is aan de randvoorwaarden)
KENNISBANK

Meer weten over zelforganisatie, leiderschap en organisatieontwikkeling? Kijk op onze kennisbank.

POOL MANAGEMENT ACADEMY

Pool Management & Organisatie ontwikkelt op dit moment de Leergang Tijdelijk Leiderschap en verandermanagement binnen de Social Profit.

Blogs en artikelen

Interessante artikelen en blogs van Klaas over actualiteiten, leiderschap, organisatieontwikkeling en nieuwtjes over Pool Management & Organisatie.

Blijf op de hoogte

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief Poolshoogte en we houden u op de hoogte van ontwikkelingen en initiatieven binnen Pool Management & Organisatie en haar sectoren. Interessant voor beslissers in social profit-organisaties én interim professionals!